Kom daar tegenwoordig nog maar ’s om: wie nu de term ‘schoon fossiel’ in de mond zou nemen zou met pek en veren worden besmeurd en zélf waarschijnlijk in een leeg gasveld worden gedumpt. Maar begin deze eeuw was er niet alleen optimisme over wat CCS zou kunnen bijdragen, het optimisme over klimaatbeleid in bredere zin was groot. Zie onder meer het boek Klimaatprobleem – Oplossing in Zicht, van de Bezinningsgroep Energiebeleid van april 2000, waarin ook een tekstkadertje ‘Schone fossiele energie’. Intensiever klimaatbeleid is nodig, mogelijk en betaalbaar, luidden de opgewekte conclusies van de Bezinningsgroep Energiebeleid, nu exact 25 jaar geleden. Een special report van het IPCC zette CCS internationaal op de agenda: ‘Carbon dioxide capture and storage’ uit 2005.
“Na het Barendrecht-debacle blokkeerde toenmalig minister Verhagen van EZ de toepassing van CCS op land: als er al CCS zou moeten, dan alleen op zee”
Sindsdien steeg de CO2-concentratie in de atmosfeer van 396 ppm (parts per million, red.) in 2000 naar 422 (nu), en dreigen de twee capi di tutti capi Trump en Musk het meetstation op Hawaï om zeep te helpen dat sinds 1958 onafgebroken de CO2-concentratie meet.
Intussen begon ook het discours te veranderen. De belofte van snel goedkoper wordende duurzame energie voedde de gedachten dat als we écht zouden willen, we wel snel helemaal zonder fossiele energie zouden kunnen. In Duitsland werd in 2000 de Erneuerbare-Energien-Gesetz (EEG) van kracht, die zon en wind krachtig stimuleerde. Het beeld van CCS verschoof van ‘wezenlijke bouwsteen voor een CO2-vrije energievoorziening’ naar ‘wellicht een tijdelijk oplossing die misschien ook niet eens nodig is als we vaart maken met hernieuwbaar’. Dat was zo’n beetje de stemming toen na een aanloop en zonder tijdige publieksparticipatie Barendrecht werd aangewezen als locatie voor een demonstratieproject voor afvang en -opslag van de CO2 die bij de raffinaderij van Shell vrijkomt. Het lokale verzet dat vooral gebaseerd leek op NIMBY (Not in My Back Yard), kon zich optrekken aan een breder verhaal dat CCS überhaupt niet nodig zou zijn. En met de betrokkenheid van Shell, en wereldwijd ook andere oliemaatschappijen, werd de dominante overtuiging dat CCS boven alles een truc van de fossiele brandstoffenindustrie was om de eigen executie uit te stellen. Na het Barendrecht-debacle blokkeerde toenmalig minister Maxime Verhagen van Economisch Zaken de toepassing van CCS op land: als er al CCS zou moeten, dan alleen op zee. Groningers toonden zich creatief en zetten onder de aloude slagzin ‘Er gaat niets boven Groningen’ een briljante extra regel: ‘Maar er gaat ook niks onder’.
“De positionering van CCS als tijdelijke optie draagt het verzet al in zich: maak maar liever meer tempo met duurzame bronnen”
Daarbij kantelde het discours verder naar ‘we moeten van fossiel af’, in plaats van ‘we moeten van CO2-uitstoot af’: weg van fossiel werd in toenemende mate het doel, dat het werkelijke doel ‘reductie van broeikasgassen’ begon te overschaduwen. De positionering van CCS als tijdelijke optie draagt het verzet al in zich: maak maar liever meer tempo met duurzame bronnen.
Maar de afgelopen jaren begonnen barsten in het duurzaam optimisme te komen. De ontwikkeling van een op duurzame bronnen gebaseerde energiehuishouding kost veel meer tijd dan we dachten. Elektriciteit is maar 20% van onze energie, en naast energie moet er ook naar materialen en grondstoffen worden gekeken. Er zijn dus naast elektronen ook CO2-loze moleculen nodig. En er zijn hard to abate sectoren, waar voorlopig niet veel anders dan CCS mogelijk is. En last but not least: de CO2-concentraties worden zo hoog dat we CO2 uit de atmosfeer zullen moeten halen en naar de geosfeer moeten brengen (negatieve emissies). Door deze inzichten begint meer geestelijke ruimte voor CCS te ontstaan. Maar het blijft wat tegen wil en dank: CCS heeft veel vijanden, en maar weinig vrienden. Tijd om het frame te veranderen, van ‘tijdelijke optie tot het beloofde land van zon en wind daar is’ naar ‘een onmisbare optie om de planeet leefbaar te houden’. Ben benieuwd hoeveel ppm het duurt voor dat frame breed gedragen wordt.