Zoeken

Denker der Nederlanden mag nog wat verder denken

Auteur

Sible Schöne

David van Reybrouck, de nieuwe Denker der Nederlanden ziet democratische vernieuwing – zoals burgerberaden - als een voorwaarde voor een goed klimaatbeleid, aldus Sible Schöne. "In een interview in de NRC van 21 maart naar aanleiding van zijn uitverkiezing stelt hij dat de enige keuzes die je nu hebt over life-style gaan: hoeveel biefstukken eet je per week, hoe reis je, welke kleren koop je. De grote planetaire uitdaging wordt in zijn ogen herleid tot hyperindividuele shoppingkeuzes. Wij nemen elkaar de maat over onze individuele voetafdruk, schrijft hij, en ondertussen pompt de oliesector rustig door."

In plaats daarvan stelt van Reybrouck dat we het collectief moeten oplossen. Dat lukt volgens hem niet met de huidige politieke instrumenten, omdat we niet meer goed zijn in het nemen van collectieve beslissingen voor de lange termijn. Daarom is democratische vernieuwing nodig, als voorwaarde voor een goed klimaatbeleid.

Zijn redenering is begrijpelijk. Het huidige klimaatbeleid is – zeker mondiaal gezien – volstrekt onvoldoende om de opwarming te beperken tot een enigszins veilig niveau. Er is veel meer nodig dan nu gebeurt. Toch heb ik om twee redenen moeite met zijn benadering. De eerste is dat de door hem bepleite collectieve, politieke aanpak met oog voor de lange termijn al bestaat, zeker in Europa. De taaiheid van het probleem zit met name op maatschappelijk niveau, bij de concrete implementatie. De tweede reden is dat gedragsverandering op een aantal terreinen wel degelijk nodig is om het probleem effectief aan te kunnen pakken. Het is volkomen terecht dat het Nationaal Burgerberaad, dat dit jaar van start is gegaan, zich op dit vraagstuk richt.

“Je lost deze implementatieproblemen niet op met een burgerberaad, maar hopelijk wel met zorgvuldig denkwerk van de vele gemotiveerde mensen die hieraan werken”

Het gewenste lange-termijn beleid bestaat inmiddels. Mondiaal op papier, in de EU ook in de praktijk. Uitgangspunt daarvan is de doelstelling van Parijs om te streven naar een temperatuurstijging van maximaal 1.5 graden en de vertaling hiervan naar een mondiaal emissiebudget. In de EU is dit uitgewerkt in wetgeving gericht op 55% broeikasgasreductie in 2030, 100% in 2050 en negatieve emissies daarna. Het is bovendien vertaald in dalende emissieplafonds voor de verschillende sectoren, normstelling voor duurzame energie, auto’s, apparaten en woningen en een heel pakket ondersteunende maatregelen. Als Nederland hebben we daar een belangrijke bijdrage aan geleverd. De aanpak is grotendeels bedacht in 2007 in de studie Green4sure van de natuur- en milieuorganisaties, terwijl Frans Timmermans en Diederik Samsom een sleutelrol speelden bij de totstandkoming van dit beleid in Brussel.

Het probleem is implementatie. Deze is enerzijds het gevolg van een hele waslijst aan praktische knelpunten, zoals tekort aan mensen en netcongestie, anderzijds van het feit dat er wel meer problemen zijn, zoals de maatschappelijke tweedeling, de woningnood, de concurrentiepositie van de Europese energie-intensieve industrie en mondiale conflicten. En dan zit het maatschappelijke en politieke klimaat ook niet mee.

Je lost deze implementatieproblemen niet op met een burgerberaad, maar hopelijk wel met zorgvuldig denkwerk van de vele mensen, die over het algemeen met veel motivatie op de verschillende terreinen bezig zijn. Concrete beleidsvernieuwing is daar uiteraard een belangrijk onderdeel van. Dan gaat het bijvoorbeeld om de vraag hoe we gelijktijdig waterstofproductie in de industrie, netverzwaring en nieuwe windparken op zee kunnen realiseren. De vraag hoe we voldoende publieke warmtebedrijven krijgen. De vraag onder welke voorwaarden gemeenten bereidzijn hun macht in te zetten om wijken van het gas af te sluiten. De vraag hoe een sociale transitie eruit ziet. De vraag naar een effectieve internationale bijdrage vanuit Nederland. Enzovoorts.

“Het is daarnaast volstrekt duidelijk dat de politieke discussie over gedragsverandering is vastgelopen in clichés, of het nu gaat om de discussie over vlees of over vliegen”

Van Reybrouck is een groot voorstander van burgerberaden. Ik ben het met hem eens dat deze een waardevolle toevoeging kunnen zijn aan het politieke besluitvormingsproces. Het gaat dan met name om vraagstukken die relevant zijn en waar de politieke discussie blijft steken in clichés. Het beste voorbeeld van een succesvol burgerberaad is het beraad over abortus in Ierland. De politieke discussie was volkomen vastgelopen. Het burgerberaad doorbrak deze patstelling.

De Nederlandse overheid heeft goed gekeken naar dit Ierse voorbeeld en een vraagstelling gekozen dat voldoet aan de gestelde voorwaarden. Deze vraagstelling luidt: hoe kunnen we als Nederland eten, spullen gebruiken en reizen op een manier die beter is voor het klimaat? Deze vraagstelling lijkt op het eerste gezicht vreemd, maar het is natuurlijk vanzelfsprekend om niet te kiezen voor de vraag naar het gewenste lange-termijn beleid, zoals van Reybrouck suggereert, omdat dit beleid al bestaat.

De vraagstelling van dit burgerberaad is ook alleszins relevant. Ze sluit naadloos aan bij de conclusie uit het laatste IPCC-rapport van april 2023 dat gedragsverandering en maatregelen gericht op een duurzamere consumentenvraag de mondiale uitstoot van broeikasgassen met 40% tot 70% omlaag kunnen brengen in 2050. Daarbij gaat het niet alleen om de gebruikelijke maatregelen zoals energiebesparing en het gebruik van duurzame energie, maar met name ook om duurzaam vervoer, en vermindering van vlees- en zuivelconsumptie in rijke landen.

Maatregelen die, aldus het IPCC, ook een positief effect hebben op welzijn in het algemeen.

Het is daarnaast volstrekt duidelijk dat de politieke discussie over gedragsverandering is vastgelopen in clichés, of het nu gaat om de discussie over vlees of over vliegen. Een breed samengesteld burgerforum kan deze patstelling doorbreken. Door helderheid te bieden over de vraag welke gedragsveranderingen die komende decennia zinvol zijn en met welke instrumenten dit op een maatschappelijk aanvaardbare manier kan worden bereikt.

Ik vind eerlijk gezegd wonderlijk dat van Reybrouck in zijn interviews niet ingaat op dit Nederlandse burgerberaad, dat begin dit jaar van start is gegaan. Ik had graag zijn mening over de gekozen vraagstelling gehoord.

Sible Schöne

Sible Schöne is Adviseur van HIER.