Column Frank van den Heuvel, Directeur Public Affairs bij TNO
Het onlangs door minister Kamp gepresenteerde Energierapport kun je op veel manieren lezen. Met een technologische bril (gasvereniging KVGN: ‘goede energietransitie vanuit het totale systeem'), zakelijk (Energie Nederland: ‘solide'), vanuit een activistische houding (Greenpeace: ‘inspiratieloos, ambitieloos en geen gevoel voor urgentie'). De meest interessante vind ik de politiek-maatschappelijke bril. Hieronder de acht meest opvallende politieke aspecten.Allereerst de presentatie in een duurzame kas in het Westland. Alles kwam daar bij elkaar: transitie, duurzaamheid, innovatie, warmte en het verdienmodel van de Nederlandse tuinbouw. Een politiek slim statement. Een tweede politiek punt is de titel: ‘Transitie naar duurzaam'. Daar is iedereen het mee eens en is ook de neutrale term, die iedereen onderschrijft. Vrede in de coalitie. Het derde politieke punt is dat alle opties mogelijk blijven. Geen deuren worden dichtgegooid; noch in Borssele, noch in Boxtel noch in de bodem. Het kan ook niet anders in een coalitie met twee tegenpolen, VVD en PvdA, die ook nog eens moet laveren in Tweede en Eerste Kamer, terwijl volgende stappen pas echt gezet worden als er weer een andere Tweede Kamer zit.
Een nieuw politiek punt is het ‘CO2-arm'. Dat is ergens een nieuw begrip, waar we eerst duurzaam, CO2-vrij en CO2-neutraal kenden, spreekt het rapport nu dus over CO2-arm. Met deze term wordt CO2-reductie leidend. We wisten al een beetje dat dit eraan zat te komen omdat secretaris-generaal Maarten Camps van Economische Zaken in zijn ESB-nieuwjaarsartikel een pleidooi hield voor de centrale doelstelling van CO2-reductie. Dit in plaats van de drie bestaande: CO2-reductie, duurzame energie en besparing. CO2-reductie als enige doel is technologie-neutraal, geeft meer ruimte aan gewenste invulling voor alle partijen en kan uiteindelijk te dure duurzame energie-oplossingen doen verdwijnen. Europees politiek is deze doelstelling interessant omdat de nucleaire Fransen al jaren pleiten voor CO2-reductie als dé doelstelling, terwijl de Duitsers juist massaal gekozen hebben voor duurzaam.
““De bèta-invalshoek (technologisch) wordt aangevuld met de gamma-invalshoek (gedrag/ sociologisch)””
Het is, als
vijfde politieke punt, opvallend dat het rapport in de hoofdstukindeling ‘CO2-arm'
een eigen hoofdstuk geeft en vervolgens ‘Veilig, betrouwbaar en betaalbaar'
gezamenlijk bespreekt. Een zeer politiek zesde punt dat terugkomt is
‘veiligheid'. De drieslag ‘duurzaam, betrouwbaar, betaalbaar' is vervangen door
een vierslag: ‘CO2-arm, veilig,
betrouwbaar en betaalbaar'. Het begrip ‘veilig' wordt ook meteen geladen door
te verwijzen naar de olieramp in de Golf van Mexico, de milieuproblemen bij
schaliegaswinningen, de kernramp bij Fukushima en de aardbevingen in Groningen.
Hiermee is energievoorziening, terecht, breder getrokken. Het realisme zit er
vervolgens in dat ondanks deze rampen olie, aardgas, schaliegas en nucleair
niet worden uitgesloten. We moeten er verstandig mee omgaan.
Vervolgens een zevende politiek punt. Het Energierapport heeft een forse (140
pagina's) bijlage
van het bureau Motivaction. Dit onderzoeksbureau dat gespecialiseerd is in
sociologische trends en ontwikkelingen heeft uitvoerig onderzocht hoe mensen
denken over energie, energietransitie en de voorkeuren in het krachtenveld van
de eerder genoemde vierslag. Het is met name interessant omdat hiermee
duidelijk de bèta-invalshoek (technologisch) aangevuld wordt met de
gamma-invalshoek (gedrag/ sociologisch). Dat is een kentering die al langer
bezig is. Politici willen rekening houden met hoe mensen denken, wat er in hun
nabijheid gedacht wordt en hoe energie beleefd wordt. De reden is een mix van
oprechte betrokkenheid en angst voor de kiezer. Na Barendrecht, Bergermeer,
Loppersum en Boxtel tellen deze grassroots-factoren.
Hoe complex ze ook zijn, want een gevoelige nabijheidsfactor is ook onzekerheid
en gevoel. En deze kan dan zijn dat mensen onzeker zijn over de permanente
oorlogen in oliegebied Midden-Oosten en de stijgende spanningen in Rusland,
waar Poetin de olie en gas beheert.
Tot slot het achtste politieke punt: de Energiedialoog
die de minister aankondigt in zijn rapport. Dat is één en al politiek.
Allereerst toont het dat de minister wil luisteren naar de mensen. Deze dialoog
is dus een logisch vervolg op het Motivaction-onderzoek. Top down en
aanbod-gedreven energieplannen uitstorten over de mensen is er niet meer bij.
Iedereen mag meepraten. Hiermee koopt de minister ook tijd, want als de Energiedialoog tot eind 2016 duurt, is
het kabinet uitgeregeerd en zijn de Tweede Kamer-verkiezingen van maart 2017 in
aantocht.
Tot slot nog even over het doel ‘CO2-arm' dat dus anders is dan het
voorheen gebruikte ‘duurzaam', waar nul CO2-uitstoot aan de orde is.
Het doet me denken aan bier: alcoholvrij heeft 0% alcohol en alcoholarm heeft
een alcoholpercentage van 0,2-1,2%. Interessant is dat de biersoorten die
alcoholvrij waren wel verkocht werden in het Midden-Oosten en de bieren met een
beetje alcohol niet. Met een ‘CO2-arm' energiebeleid stellen we ons
dus onafhankelijker op ten opzichte van het Midden-Oosten. En dat is ook weer
één van de (politieke) beleidsuitgangspunten.
Frank van den Heuvel is directeur Public
Affairs bij TNO