Dit gaat niet over vakantie. De uitspraak komt van de Romeinse keizer Augustus als hij zich ergerde aan militaire strategen en commandanten die te traag beslissingen namen, wat leidde tot onnodig verloren veldslagen en soldatenlevens. De woorden zijn ook van toepassing op de energietransitie. Want hoewel grote ambities ons dwingen tot haast, zien we veel vertraging. Zo is de 21,5 GW wind op zee is niet ‘rond 2030’ maar pas in 2033 gereed, waardoor vervolgprojecten opschuiven in de tijd. Evenzo is de afgesproken twee miljard m3 groen gas in 2030 inmiddels onhaalbaar. Recent werd gemeld dat de Delta Rhine Corridor vier jaar is vertraagd. Groningen wacht nog langer knarsetandend op de beloofde elektriciteit uit offshore windparken boven de Waddeneilanden. Laten we over de warmtewet maar zwijgen. Zomaar wat voorbeelden.
“De recente, enorme stijging van de Nederlandse netkosten maakt besluitvorming in de directiekamers niet eenvoudiger.”
Uitstel van beslissingen met vertraging als resultaat. Alle stakeholders doen mee; ook bij sluitende business cases of maatschappelijke noodzaak. Kies voor no-regret en houd de rest in beraad totdat er meer zekerheid is. In december 2023 beloofden de Noordwest-Europese landen elkaar dat het elektriciteitssysteem in 2035 volledig CO2-vrij zou zijn. Kort daarop schrapte EZK de subsidie voor CO2-vrij back-up vermogen. Terwijl in 2030 de kolencentrales dicht moeten, 2035 snel nadert, en de leveringszekerheid van de huidige stroomvoorziening, zelfs onder gunstige aannamen, vanaf 2030 onder het kritische niveau zakt. Festina Lente.
Voor individuele partijen zijn er volop valide redenen beslissingen uit te stellen. Er is zoveel onzekerheid. Wat worden de prijzen voor elektriciteit en waterstof? Welke rol gaan batterijen en elektrische auto’s spelen? Hoeveel vraag komt er voor biobrandstoffen? Hoeveel industrie heeft Nederland in 2040 nog over? Ondertussen komen elektrolyseprojecten niet van de grond, waardoor we geen ervaring opdoen, er steeds meer zon- en windvermogen moet worden afgeschakeld en de voor 2030 geplande 3 GW aan elektrolyse capaciteit een utopie is geworden. Gebrek aan infrastructuur speelt evenzo een rol. Wachttijden van 5-10 jaar zijn geen uitzondering. Overigens mede het gevolg van jarenlang gevoerde no-regret beleid. Want alleen bij 100% zekerheid van extra marktvraag mocht worden gebouwd.
Technologische ontwikkelingen sturen evenzo richting uitstel. Zo verwachten we dat batterijen, elektrolysers en elektrische auto’s veel goedkoper zullen worden. Uitstel leidt dan tot lagere investeringskosten. Andersom kan ook. De recente, enorme stijging van de Nederlandse netkosten, met onzeker uitzicht op een nog veel duurdere toekomst, maakt besluitvorming in de directiekamers niet eenvoudiger.
“De warmtepompsector investeerde recent flink in extra capaciteit, waarna de overheid besloot de cv-ketel toch niet uit te bannen”
Het meest knellend is toch wel de beleidsonzekerheid. Nederland wilde eerst kolencentrales en toen die gereed waren niet meer. Evenzo werd het gebruik van geïmporteerde biomassa eerst wel gestimuleerd en nu bijkans verboden. Vattenfall, Shell en Eneco staken hun nek uit door als eerste bedrijven zonder subsidiegarantie ruim 2 GW offshore wind te bouwen. De Nederlandse overheid besloot er plots 10 GW concurrerend vermogen bij te plussen. De warmtepompsector investeerde recent flink in extra capaciteit, waarna de overheid besloot de cv-ketel toch niet uit te bannen. De voorbeelden zijn talloos. Uiteraard is beleidsonzekerheid bij elk investeringsbesluit aanwezig. Tijdens de energietransitie is dit risico echter veel groter dan normaal. Het leidt tot grote voorzichtigheid. Hoe leg je je buitenlandse aandeelhouder uit dat de business case solide was, totdat de Nederlandse overheid die plots om zeep hielp? De Nederlandse overheidsbedrijven zijn hier trouwens in het voordeel, want die kunnen hun aandeelhouder in zo’n geval vertellen dat die zelf verantwoordelijk is voor de aangerichte schade.
Het vergunningencircus werkt ook niet mee. Dat het lang duurt is tot daar aan toe. Vroeger wist je wel ongeveer wanneer de vergunning rond kwam en wat het eindplaatje zou zijn. Dat is voorbij. Menig ontwikkelaar van windparken heeft slapeloze nachten. Vattenfall kan daar met haar biomassacentrale in Diemen over meepraten. Porthos werd door juridisch gesteggel over een onmeetbaar kleine stikstofdepositie ernstig vertraagd en daardoor veel duurder. One-Dyas dacht met groene stroom een bijdrage te leveren aan het milieu, maar mag geen kabel leggen. Waar je voorheen als investeerder proactief te werk kon gaan zodat het project na vergunningverlening een vliegende start had, worden dit soort activiteiten nu steeds meer opgeschort totdat de vergunning echt binnen is. Festina Lente.
“Het gedoe rond het einde van salderen verdient ook al geen schoonheidsprijs”
Natuurlijk, de energietransitie brengt onzekerheid met zich mee en nieuwe technologieën worden goedkoper. Verder is de burger is mondiger en dankzij internet ook veel slimmer, terwijl de rechtspraak haar eigen spoor volgt. Dat laat onverlet dat we het niet erger hoeven te maken dan het is. De ernstig vertraagde warmtewet noemde ik al. Logisch dat investeerders op de rem zijn gaan staan. Op EU-niveau speelde dit met waterstof. De Europese Rekenkamer concludeerde recent dat het maken van marktregels door de EU zo lang heeft geduurd dat de 2030 doelen inmiddels uit beeld zijn. Het gedoe rond het einde van salderen verdient ook al geen schoonheidsprijs.
Laten we daarnaast goed beseffen dat het voor individuele spelers, van overheid tot buitenlandse private partijen, om vele redenen aantrekkelijk is besluiten uit te stellen, ook bij positieve business cases. Dat afgesproken doelen daardoor in gevaar komen is duidelijk. Dat kunnen we accepteren of niet. In het eerste geval is het goed daar duidelijk over te zijn. Dus niet zowel de plaatsing van windturbines afwijzen en tegelijk beweren 100% duurzaam te willen zijn, wat ik recent op de radio hoorde. Want dat doet de geloofwaardigheid van de transitie veel kwaad. Mochten de maatschappelijke doelen wel serieus zijn, dan dienen tijdig maatregelen genomen worden, zodra het risico op niet-halen te groot wordt. Dit vereist goede monitoring en adequate acties en besluiten.
Met die monitoring moet het wel lukken. Jaarlijks brengt het Planbureau van de Leefomgeving immers de Klimaat en Energieverkenning uit. Die zou wat kunnen worden aangepast, zodat alle afgesproken ambities achtereenvolgens in beeld komen, inclusief een analyse waaruit blijkt wat de kans is dat we ze halen. Voor ambities die niet gehaald dreigen te worden, zou dan direct een actieplan moeten komen. Want net zo min als de Romeinen zich geen Festina Lente konden veroorloven, kunnen wij dat met de energietransitie. Als we die althans serieus nemen.