Collega-columnist Jan Paul Soest signaleerde al dat de ‘k’ in de maand zit. De ‘k’ van kiezer en kernenergie en dat betekent volgens hem dat richting verkiezingen dit onderwerp altijd terugkomt. Uit mijn tijd bij Delta weet ik dat er, gelukkig, ook buiten verkiezingstijd nagedacht wordt over dit onderwerp. En inderdaad is kernenergie in alles een fenomeen, een symbool, een rode lap. Dat daar de letter ‘K’ voor gebruikt wordt, is van alle tijden. De socialisten streden in hun beginjaren tegen kerk, kroeg, kazerne, koning & kapitaal. Kernenergie bestond toen nog niet.
Die rode lap van kernenergie bleek ook in het klimaat- en energiedebat in de Tweede Kamer: De VVD werd van alle kanten aangevallen met argumenten die ook bruikbaar zijn tegen andere energiebronnen. Want dat is er aan de hand. Alle argumenten die tegen kernenergie worden ingezet, zijn elders al eens gebruikt: hoge kosten, overheidssubsidies, schadelijke stoffen, wissel op de toekomst, schaarse grondstoffen, et cetera. En we zien dat kernenergie met name in beeld komt als we andere mogelijkheden wegstrepen of als deze niet als toereikend gezien worden. Als we kolencentrales sluiten, van het aardgas af willen, Russisch gas onwelkom is en we biomassa in de ban doen omdat dit alles CO2-uitstoot heeft, dan blijft er steeds minder over. Vervolgens, zo bleek ook in het genoemde debat, lopen we tegen de ruimte – en draagvlakgrenzen aan van wind op land en grote zonneparken, waardoor deze opties ook hun beperkingen hebben. Iedere keer als een veelbelovende vorm van elektriciteitsopwekking zijn beperkingen toont, komt kernenergie in beeld. En ja, dan kan kernenergie uiteindelijk de negatieve keuze zijn; met veel positieve kanten. Ben ik nu een hard core nucleaire fan? Neen. Ik geloof heilig in de drieslag: gas-nucleair-zon.
“Nucleair heeft het grote voordeel dat dit de base load kan vormen”
Niet alles kan nu al duurzaam. In de komende decennia hebben we nucleair en gas hard nodig. Juist omdat grote groepen landen en mensen zich (willen) ontwikkelen. Aardgas is ruim voorradig, heeft niet de grote CO2-uitstoot van steenkool en bruinkool. Gas is een ideale transitiebrandstof en breed inzetbaar. Wat betreft kernenergie: De winning van uranium is kwantitatief en kwalitatief onvergelijkbaar met die van steenkool en bruinkool. Nucleair heeft het grote voordeel dat dit de base load kan vormen. Het is een betrouwbare, schone energiebron, die weinig grondstoffen en logistieke bewegingen vraagt en nagenoeg geen ruimtebeslag. Zonne-energie is dé energiebron van de toekomst. In wezen is nagenoeg alle energie indirecte zonne-energie. Dus waarom niet de kortste weg toepassen. Zonne-energie heeft vele toepassingsmogelijkheden en heeft geen CO2-uitstoot. Gezien de grote hoeveelheid elektriciteit die nodig is in de komende honderd jaar, onder andere door elektrificatie van mobiliteit, productieprocessen en andere toepassingen, zullen we alle opties, zeker die van gas, nucleair en zon, nodig hebben.
Wat betreft kernenergie wil ik additioneel nog drie punten noemen. Allereerst de vele innovatiemogelijkheden die er zijn. Een soort kraamkamer van innovatie. Thorium en kernfusie zijn lange termijnverhalen, maar er zijn meer ontwikkelingen. Variërend van toepassingen in vervoer (kernenergie als brandstof in plaats van grote hoeveelheden olie/ benzine) tot de medische sector. Verder zijn er allerlei modaliteiten van (kleinere) kerncentrales in ontwikkeling. En momenteel wordt geëxperimenteerd met kerncentrales op zee: floating nucleair power. Koelwater, logistiek, veiligheid zijn daarbij goed te organiseren; en wie weet te verbinden met windparken. Het tweede punt is de mogelijke koppeling aan waterstof. We kennen nu grijze, blauwe en groene waterstof, maar kerncentrales die dienen als base load en niet nodig zijn als wind en zon aan bod zijn, zijn prima in staat om op die momenten de elektriciteit om te zetten in waterstof. Hiermee krijgen we gele waterstof als vierde variant. Met een derde gedachte wil ik aansluiten bij participatie- en coöperatiemogelijkheden. Momenteel zien we dit in de zon- en windenergieprojecten, maar dit kan natuurlijk ook bij een kerncentrale. In Nederland is de steun voor kernenergie ruim 50%. Wellicht zijn er mogelijkheden om een obligatie-emissie te organiseren, waarbij de obligatiehouders op basis hiervan elektriciteit afnemen. Hetzelfde kan gedaan worden door ondernemingen die een grote energievraag hebben. Op deze manier kan een kerncentrale gefinancierd worden, draagvlak krijgen en echt van onderop gesteund worden.
“Kernenergie is gebaat bij lange termijn-investeren en lange termijn-denken”
Tot slot nog even over kernenergie en verkiezingen. Misschien ligt daar de grootste hobbel. In een land als China zijn er tientallen kerncentrales in aanbouw en in de planning. Daar heeft men inderdaad geen last van verkiezingen. Regelmatig verkiezingen betekent grilligheid in de politiek. Kernenergie is gebaat bij lange termijn-investeren en lange termijn-denken. Verkiezingen en nieuwe coalities kunnen dan verstorend werken. Of, om het scherper te zeggen, de plannen van Borssele dateren uit de jaren ’60, de centrale werd tijdens het kabinet-Biesheuvel gebouwd en geopend in het kabinet-Den Uyl! In 2034 moet de centrale dicht, na zestig jaar. Wanneer inderdaad de operaties van Borssele verlengd zouden worden met twintig jaar, dan zitten we in 2054. Het kabinet-Rutte XII. Tenzij kabinetten eerder sneuvelen. Bijvoorbeeld over kernenergie.