Ik had het natuurlijk kunnen weten. Mijn pleidooi voor meer staatsinterventie in de uitvoering van de energietransitie leverde naast waarderende reacties ook een hoop vragen en kritische kanttekeningen op. Want denk ik nu echt dat de overheid in staat is het extreem complexe klimaatbeleid effectief aan te sturen? Had ik het nieuws van de laatste tijd soms niet gevolgd? De toeslagenaffaire om maar eens iets te noemen. Of de vernietigende kritiek van onderzoekers van de Rijkuniversiteit Groningen op de gang van zaken in het Groningse aardgaswinningsgebied, waar alles beter zou gaan als de NAM zich niet meer met het schadeherstel en de versterkingsoperatie zou mogen bemoeien. En wat te denken van de infrastructurele werken in de laatste decennia, waarbij de overheid als opdrachtgever en opzichter optrad? De Betuwelijn, de HSL, de Noord/Zuidmetrolijn in Amsterdam, de renovatie van de Afsluitdijk. Die hadden/hebben alle gemeen dat de planning in het honderd loopt en de kosten (veel) hoger uitvallen dan voorzien.
“Meen ik nu echt serieus dat de staat deze verantwoordelijkheid op zich kan nemen?”
Dus nogmaals, meen ik nu echt serieus dat de staat deze verantwoordelijkheid op zich kan nemen? De overheid mist hiervoor de deskundigheid. Was het mij ontgaan dat na decennia van privatisering en verzelfstandiging van menig overheidsdienst het overgebleven staatsapparaat is volgestopt met beleidsambtenaren, procesmanagers, toezichthouders en andere vergadertijgers. Een steeds dikkere basaltlaag van bureaucraten die degenen die het echte werk moeten doen, voortdurend opzadelen met nieuwe doelen, regels, instructies en afvinklijsten. Functionarissen die één ding gemeen hebben: geen belangstelling voor, laat staan verstand van, uitvoeringsvraagstukken. Van de politiek in Nederland is op dit punt geen oplossing te verwachten. Die heeft dit probleem juist gecreëerd en verergerd door te excelleren in het produceren van onwerkbare wetgeving en het omarmen van een papieren werkelijkheid. Doelstelling niet gehaald? Nieuwe, strengere doelstellingen opstellen. Uitvoeringsproblemen? Verontwaardigd Kamervragen stellen aan de bewindspersoon van dienst, waarna die een ‘verbetertraject’ laat optuigen, dat waarschijnlijk wegens uitblijvende resultaten gevolgd zal worden door een ‘verlengd verbetertraject’.
In het licht van wat er de afgelopen jaren allemaal mis is gegaan en nog steeds misgaat, is de kritiek begrijpelijk en deels terecht, ook al vind ik die in veel gevallen nogal goedkoop en vormt zij bovendien door selectief winkelen een karikatuur van de werkelijkheid. Er gaat namelijk ook veel goed. Erger, velen die de overheid nu verwijten dat ze onmachtig is om grote problemen op te lossen, waren in het verleden en zijn wellicht nog steeds voorstander van een kleine overheid op afstand en deregulering. De verschuiving in de laatste 40 jaar van een actieve, interventionistische staat naar een bestuur dat zich zoveel mogelijk toelegt op beleidsontwikkeling, regelgeving en toezicht en uitvoering uitbesteedt aan zelfstandige organen of de markt, wortelt in het neoliberale denken. Precies hetgeen waar we vanaf moeten.
“Om te beginnen meer doeners en minder denkers inhuren, zou ik zeggen”
De voorbeelden van uit de hand gelopen infrastructurele projecten overtuigen me in dit kader ook niet. Want doet de markt het als het erop aankomt zoveel beter? De recente gebeurtenissen in het Republikeinse bolwerk Texas, waar de marktfundamentalisten (dus) nog altijd aan de touwtjes trekken, laten zien wat er gebeurt als de autoriteiten Gods water over Gods akker laten lopen. Eén koudegolf en de stroom valt uit, de watervoorziening stokt en de verwarming doet het niet meer. Particuliere energiebedrijven willen zich namelijk niet voorbereiden op eventualiteiten die mogelijk nooit of ergens in de toekomst voor zullen komen. Dat gaat maar ten koste van de winst. Onze overheid kan zich dit echter wel veroorloven en, whatever it takes, door te gaan met megaprojecten die hoe dan ook af moeten, desnoods lang na de oorspronkelijk geplande opleverdatum. Maar dan heb je ook wat. De HSL en de Noord/Zuidlijn zijn wat dit betreft een ‘case in point’.
Terug naar het klimaatbeleid. Aangezien de markt het klimaatvraagstuk, ondanks alle regulering en toezicht, niet zelfstandig zal oplossen, zijn we hiervoor toch echt aangewezen op de publieke sector. Dat ons staatsapparaat echter op dit moment na decennia van neoliberaal denken bij lange na niet over voldoende specialisten en middelen beschikt om deze taak efficiënt en effectief te vervullen, staat ook voor mij vast. Het antwoord daarop is hervorming van overheidsdiensten. Om te beginnen meer doeners en minder denkers inhuren, zou ik zeggen. Zorg dat de staat weer een gelijkwaardige tegenspeler wordt van machtige bedrijven, die hun winst van nature willen maximaliseren en mede daarom problemen en tegenslagen als het even kan afwentelen op de belastingbetaler. Voor alle duidelijkheid: die marktpartijen blijven onmisbaar voor een doelmatige en doeltreffende overgang naar een klimaatneutrale energievoorziening, maar de machtsbalans tussen publiek en privaat moet worden hersteld. Zo niet, dan loopt de samenleving in het algemeen en het klimaatbeleid in het bijzonder vast. Dit houdt in dat de staat uiteindelijk de directe verantwoordelijkheid neemt voor het waarmaken van de eigen doelstellingen op het gebied van emissiereductie en verduurzaming en daar waar de markt het laat afweten, zélf investeert en als hoofdaannemer optreedt. Net zoals bij aanleg en onderhoud van wegen, bruggen en, via staatsbedrijven, het spoor en de energie-infrastructuur.
“Ook het heden laat zien dat de publieke sector heel goed kan presteren”
Dat dit goed kan, leert ons het verleden. Denk aan het succesvolle industrialisatiebeleid van na de oorlog, de Deltawerken, de drooglegging van een deel van de Zuiderzee. Dat kostte goedbeschouwd ook allemaal veel meer dan gedacht en duurde langer dan gepland, maar het lukte allemaal wel. Ook het heden laat zien dat de publieke sector heel goed kan presteren. Onze gas- en elektriciteitsnetten zijn eigendom van Gasunie, TenneT en de regionale netbedrijven. Van staatsmonopolies dus. Hoe vaak laten die ons in de kou of het donker zitten? Zelden of nooit.
Daarvan kunnen ze in Texas nog wat leren.