Zoeken

Nederland mist vermogen om technische ideeën om te zetten in bedrijven

Gerrit van Werven, Directeur Energy Valley: "Nederland met staatssteun het keurigste jongetje van de klas"

Nederland slaagt er niet genoeg in om patenten naar de markt te krijgen, vindt Gerrit van Werven. Hij is directeur van Energy Valley, de stichting die de energiesector in Drenthe, Fryslân, Groningen en Noord-Holland Noord wil uitbouwen.

Hoe innovatief is de Nederlandse energiewereld?
"Mijn beeld is dat we in Nederland een hele moderne energiesector hebben, zij het vergeleken met landen om ons heen niet zo vreselijk duurzaam. Onze netwerkbedrijven lopen internationaal voorop in het toepassen van nieuwe technologieën. We hebben de meest efficiënte centrales en het beste gasnet van Europa. Qua lopende technische exploitatie hebben we dus het beste van het beste in huis, maar dat is niet voldoende. Om allerlei redenen blijft de implementatie van duurzame energie achter. Voor het wegwerken van die achterstand hebben we nu het Energieakkoord. De doelstellingen van dat akkoord halen, wordt nog een hele hijs. De technische kennis is er wel bij onze kennisinstituten. Die lopen qua technologische innovaties wereldwijd ook voorop. Maar met de toepassing van die kennis wil het maar niet vlotten."
““Sommigen bedrijven zien de verplichting om kennisinstellingen in te schakelen als een vertragende factor””
Heeft Nederland in uw ogen een duidelijke onderzoekagenda voor energie?
"Zo'n duidelijke onderzoekagenda, waarbij gezegd wordt ok jongens hier staan we voor en dit moet er gebeuren om het te realiseren, zou goed zijn, maar die nationale regie is er niet. De situatie zoals die nu is, met ook een veelheid aan stimuleringsregelingen, draagt een zekere versnippering in zich. Zo komt Jan Splinter door de winter. Want alle kennisinstellingen hebben externe middelen nodig voor het onderzoek waarmee ze bezig zijn. Daardoor is er wel sprake van een zekere concurrentie, wat iedereen scherp houdt. Tussen de verschillende onderzoeksinstellingen vindt er een zekere afstemming plaats ten aanzien van onderzoeksterreinen, maar wat mij betreft zou die afstemming nog wel wat beter kunnen. Met het topsectorenbeleid zorgt het kabinet ook niet voor meer regie. Het is gewoon nog een subsidie-instrumentarium ter bevordering van innovatie, heel vraaggestuurd vanuit bedrijven, met de verplichting kennisinstellingen bij onderzoeksprojecten te betrekken. Maar de regeling moet eenvoudiger. De Topsector Energie heeft nu moeite met het wegzetten van geld omdat bedrijven de regeling te gecompliceerd vinden. Ik zie het in de TKI Wind op Zee. Voor het halen van de nagestreefde 40%-kostenreductie per kilowattuur op zee is er ook Flow. Dat innovatieprogramma voor wind op zee voor en door het bedrijfsleven loopt voortreffelijk. Bedrijven zetten er grote stappen in en budgetten worden uitgegeven, terwijl in de TKI een groot deel van de middelen onbesteed blijft bij gebrek aan aanvragen. Bedrijven vinden dat ze aan teveel regeltjes moeten voldoen. Sommigen zien de verplichting om kennisinstellingen in te schakelen als een vertragende factor. Dan doen we het wel zonder, wordt er geredeneerd."

Is de afstemming van Nederlands onderzoek met dat van onze buurlanden goed geregeld?
"Kennisinstituten maken graag en veel gebruik van geld dat de Europese Unie beschikbaar stelt voor innovatie en onderzoek. Een voorwaarde voor de toekenning van Brusselse subsidies is wel dat die instituten dat onderzoek in internationale consortia doen. Daarmee vindt er automatisch over de grens afstemming plaats. Ter voorkoming van dat kennis versplintert, zet de Europese Commissie bij het toekennen van subsidie nu meer in op duurzame samenwerkingsverbanden die zich specialiseren op bepaalde thema's. Zo werkt de door de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool opgerichte Energy Academy Europe sinds een jaar samen met het Energieforschungzentrum in Nedersaksen. Dat centrum bundelt het energieonderzoek van universiteiten in Noord-Duitsland, terwijl aan de Energy Academy Europe ook andere Nederlandse kennisinstellingen zijn gekoppeld. Bij het samenwerkingsverband rondom de Noordzee waartoe wij als Energy Valley het initiatief namen, zijn Schotse, Deense en Noorse onderzoeksinstituten aangehaakt voor gezamenlijk onderzoek. We zijn nu bezig met een aanvraag in het kader van het Europese innovatieprogramma Horizon 2020 voor subsidie voor onderzoek naar power to gas als energieopslagtechniek."
““Als we als land nu met een technologie als blue energy willen scoren, dan moeten we zorgen voor een stukje thuismarkt””

Legt Nederland voldoende prioriteit bij onderzoek naar energie?
"Ik heb niet de indruk dat het onderzoek zelf nu een probleem is. Ondanks dat er niet één onderzoekagenda is met een grote mastervisie, wordt er door onze kennisinstellingen volop ontwikkeld en puilen de kasten uit van de patenten. Waar het in Nederland aan schort is valorisatie, dus van een technologische vinding een risicodragend bedrijf maken. Voor het overbruggen van die valley of death heb je ondernemers nodig en durfkapitaal, en banken die mee willen doen. Dat blijft lastig in Nederland, ondanks dat er links en rechts regionaal energiefondsen zijn gecreëerd om dat te verhelpen. Dat heeft ook te maken met hoe Nederland financieel in elkaar zit. Er zijn best wel spelers met venture capital maar die zijn relatief klein, stellen hele hoge eisen en willen een bedrijf waarbij ze instappen ook weer snel kwijt kunnen. In de VS is de infrastructuur voor venture capital veel beter en vliegt er ook veel meer geld rond. Ook in Duitsland is de situatie beter. Ik heb het gevoel dat daar de banken en grote technologiebedrijven ook makkelijker een helpende hand toesteken, zo van we doen dit gewoon met elkaar."

Wat kan de energiesector doen om kennisvalorisatie op een hoger peil te brengen?
"Er zou van de kant van de politiek veel meer aandacht moeten zijn voor dat we er hier in Nederland op een of andere manier niet in slagen het zo te organiseren dat we patenten uit de kast krijgen. Wat je in het buitenland vaak ziet gebeuren is dat zo'n start-up een staatsopdracht krijgt. De VS is daar met defensieorders een goed voorbeeld van, maar hier in Europa zijn landen op dat gebied ook heel vindingrijk. Nederland is als het om staatssteun gaat gewoon het keurigste jongetje van de klas. Maar als we als land nu met een technologie als blue energy willen scoren, dan moeten we zorgen voor een stukje thuismarkt voor het bedrijf dat daar mee aan de slag gaat. Dan moeten we dat spel dus op een of andere manier willen spelen."