Zoeken

OPEC+ telt minpunten

Auteur

Coby van der Linde

Afgelopen weekend vond een OPEC- en een OPEC+-vergadering plaats. Coby van der Linde merkte dat de spanning in aanloop naar de vergaderdagen toenam over de vraag of er nog meer productiebeperkingen zouden worden aangekondigd of niet.

In de aanloop naar de OPEC-vergadering van 3 juni 2023 en de OPEC+ vergadering van 4 juni 2023 nam de spanning toe over de vraag of er nog meer productiebeperkingen zouden worden aangekondigd of niet. De laatste productievermindering is van april van dit jaar en zorgde volgens Reuters sinds september 2022 voor een vermindering van het OPEC-aanbod van 1,5 miljoen vaten per dag. De productiebeperkingen hebben echter nog niet het gewenste resultaat op de prijzen opgeleverd. Deze blijven stug onder de 80 dollar per vat hangen, waar de aspiraties van de producenten ze graag boven zien. De wens de prijs van olie boven de 80 dollar per vat te duwen, wakkerde de speculaties aan dat er nog meer productiebeperkingen zouden worden aangekondigd. De bereidheid van de OPEC-landen om nog meer productie te beperken leek af te nemen, ook omdat Rusland in snel tempo ruimte opeist in de Aziatische markten met afgeprijsde olie ten koste van sommige OPEC-landen. Niettemin eindigden de onderhandeling met een aankondiging van Saoedi-Arabië om vrijwillig de productie met nog eens 1 miljoen vaten per dag te verminderen in juli met de mogelijkheid van verlenging. De Saoedische actie ontziet daarmee de andere olie-exporterende landen om ook een duit in het zakje te doen, hoewel het lijkt te rekenen op enige solidariteit van Rusland ook bij te dragen. De onderhandelingen die een wat stevigere olieprijs moeten opleveren, zijn het gevolg van het succes van de grote omschakeling in oliestromen enerzijds en de tegenvallende groei van de vraag in hun belangrijkste markten. Saoedi-Arabië lijkt nu een tijdelijk pionoffer te brengen in het grote oliespel.

“Saoedi-Arabië lijkt nu een tijdelijk pionoffer te brengen in het grote oliespel”

De oorlog in Oekraïne en de daaropvolgende Westerse sancties op ruwe olie- en olieproductimporten heeft gezorgd voor een grote omschakeling van de olie- en olieproductstromen in de internationale oliemarkt. In een kort tijdbestek is de belevering van met name de EU zo georganiseerd dat de Russische ruwe olie naar andere markten gaat en er alternatieve stromen richting de EU gaan. Het doet herinneren aan 1973 toen Arabische olie moest worden omgeleid om te voldoen aan het embargo van Nederland, VS en enkele andere landen. De internationale oliemaatschappijen wisten ook toen stromen snel om te wisselen zodat gevreesde fysieke tekorten uitbleven. Ook deze keer is de verzamelde olie-industrie in de wereld in staat gebleken om in korte tijd de stromen te verleggen. Voor ruwe olie is dat gemakkelijker gebleken dan voor olieproducten, waar de twijfel over vermenging met gesanctioneerde producten blijft bestaan. De opmars van India als de verwerker van Russische ruwe olie is opmerkelijk. Inmiddels importeert het land bijna 2 miljoen vaten per dag en exporteert vervolgens grote volumes van middel-destillaten zoals diesel. Ook Saoedi-Arabië speelt een belangrijke rol in het reorganiseren van de stromen. Het importeert flinke volumes diesel uit Rusland en exporteert de eigen geproduceerde diesel naar Europa. Voor de kusten van Turkije en Marokko/Kaapverdische eilanden zijn inmiddels een drijvende oliehubs ontstaan waar olie van het ene schip in het andere wordt gepomp om het tekort aan de juiste schepen en papieren voor de langere aanvoerroutes te accommoderen. Dit is niet zonder risico, vooral bij de overslag bij de Kaapverdische eilanden, omdat de oceaan onstuimiger is dan waar eerst van schip-tot-schip overslag plaatsvond en ook de hoeveelheid overslag op zee is toegenomen. Bovendien ontbreken de middelen om in geval van gemors de boel snel op te kunnen ruimen. Een andere, maar iets bescheidener bestemming voor Russische ruwe olie is China, terwijl elders in Azië de belangstelling voor de afgeprijsde olie toeneemt. Daarmee komt een aantal OPEC-producenten onder concurrentiedruk te staan, vooral de west Afrikaanse producenten, maar ook landen als Irak, de Verenigde Arabische Emiraten en Saoedi-Arabië. China zorgt nauwlettend voor het behoud van de gekoesterde olierelatie en afgesproken volumes met de landen in het Midden-Oosten, maar India importeert flink minder.

“De investeringen in nieuwe olieproductie in een aantal landen moeten binnenkort ook een markt zien te vinden”

De winnaars en verliezers van deze herverdeling van de oliestromen hebben deze scheefgroei onderdeel gemaakt van de onderhandelingen om nog eens een miljoen vaten van de markt af te halen. Vooral de naleving van de afspraken wordt dan cruciaal om de stemming in de club OPEC+ de rest van dit jaar gezellig te houden. Saoedi-Arabië zal een tegenprestatie willen voor het offer dat zij nu brengen. Sommige olieproducenten staan bij de huidige prijzen en exportvolumes onder begrotingsdruk en zullen zoeken naar mogelijkheden om hier iets aan te doen (ten koste van anderen). De investeringen in nieuwe olieproductie in een aantal landen moeten binnenkort ook een markt zien te vinden, terwijl andere landen hopen op meer inkomsten om dergelijke investeringen te kunnen doen. Een snel herstel van een groei van de vraag in China of elders in Azië zou welkom zijn.

Tegelijkertijd willen de G-7 landen de sancties aanscherpen door scherper toe te zien dat zowel het prijsplafond als de herkomst van de olie(producten) wordt nageleefd. Sinds de sancties in 2022 ingingen (en voor olieproducten in de EU in februari 2023) zijn er nieuwe spelers op de markt gekomen om de olie en olieproducten te transporteren en te verzekeren. Inmiddels zou zo’n 15 procent van de oliehandel zich al onder de (Westerse) radar zijn verdwenen, een vervelend bijeffect van de sancties voor de traditioneel door Europese spelers gedomineerde transport- en verzekeringsmarkt. Bovendien neemt het aantal transacties toe in andere valuta dan de Amerikaanse dollar. Het weren van Russische olie en olieproducten van westerse markten heeft dus allerlei neveneffecten die in de toekomst moeilijk weer in het (Westerse) gareel te krijgen zijn. Het benadrukt de ontwikkeling van de afgelopen jaren van het grote belang van Azië voor de internationale oliemarkt en het afnemende belang van Europa.

Met de uitkomst van de vergadering hoopt Saoedi-Arabië dat een signaal wordt gestuurd dat de samenwerking in OPEC+ overeind is gebleven ondanks de haarscheuren. Maar de opoffering van de Saoedi’s aan de vooravond van een uitbreiding van hun productie in 2024 moet een teken aan de wand zijn dat al te veel profiteren van de Saoedische terughoudendheid even snel kan leiden tot een snel en afstraffend opendraaien van de oliekraan.

Coby van der Linde

Coby van der Linde, senior fellow Centre for International Energy Policy (CIEP)