Zoeken

Concept Nationaal Plan Energiesysteem: een aangename verrassing

Auteur

Martien Visser

Het concept Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) heeft Martien Visser aangenaam verrast. Het NPE schetst voor Nederland een route naar een klimaatneutraliteit in 2050. “Een van de conclusies is dat de overheid nog meer zal moeten gaan sturen. Deels gebeurt dit natuurlijk al, zie EnergiePodium. Het pure marktdenken wordt dus nog meer verlaten. Marktpartijen behouden wel een belangrijke taak. Er moet komende decennia namelijk enorm veel gebouwd en verbouwd worden. Maar met de overheid als de grote beslisser.”

Het NPE vertoont inhoudelijk grote overeenkomsten met het Net-Zero rapport van het Britse Climate Change Comittee (CCC) uit 2019. Dat is een goed teken, want het VK en NL hebben op energiegebied veel overeenkomsten: dichtbevolkt, weinig biomassa, nauwelijks waterkracht, grote winter-zomerverschillen qua zonkracht en veel zeeoppervlak. Net-Zero vormt sinds 2019 de leidraad voor het Britse klimaatbeleid. In deze column bespreek ik beide, inclusief enkele interessante verschillen.

NPE en Net-Zero rekenen zich beide niet rijk en gaan uit van een energievraag in 2050 die beperkt lager is dan thans. Beide analyses beseffen verder dat er veel energie nodig zal blijven als grondstoffen en voor vliegverkeer en scheepvaart; iets dat nogal eens wordt vergeten. Beide beseffen bovendien dat de bouw van een nieuw CO2-vrij energiesysteem veel tijd kost en dat in de tussentijd nog veel olie en gas nodig is. Een snelle daling van broeikasgasemissies vereist daarom in beide analyses flink wat CO2-opslag (CCS). Het NPE is overigens veel optimistischer dan Net-Zero, dat ervan uitgaat dat olie en gas ook in een klimaatneutraal 2050 nog een belangrijke rol zullen spelen en pas later volledig kunnen worden uitgefaseerd. Het NPE denkt dat Nederland in 2050 niet alleen CO2-neutraal is, maar ook fossielvrij en circulair.

“Het NPE denkt dat Nederland in 2050 niet alleen CO2-neutraal is, maar ook fossielvrij en circulair”

Beide plannen voorzien een groei van de elektriciteitsvraag met een factor 3. Wind op zee vormt daarvoor uiteraard de belangrijkste energiebron, in beide analyses aangevuld met een mix van zon, wind-op-land en kernenergie. Beide plannen bepleiten een CO2-vrij elektriciteitssysteem in 2035. Belangrijk verschil is dat Net-Zero uitgaat van back-up door gascentrales met CCS, terwijl het NPE rekent op blauwe waterstof. Het VK is inmiddels al ‘off-track’ voor het 2035-doel. Het NPE komt in zijn definitieve versie met een concreet plan. Ik laat mij graag verrassen.

Het NPE verwacht in 2035 veel van flexibel stroomverbruik door de industrie en dienstensector, terwijl Net-Zero zich beperkt tot slim laden en warmtepompen. Dit geeft te denken. Is deze NPE-verwachting wel reëel, gegeven dat Nederland ook een attractief vestigingsklimaat nastreeft? Niet voor niets slagen de metbeheerders er niet in partijen warm te krijgen voor flexibel gebruik.

In de gebouwde omgeving zetten beide analyses in op een mix van hybride en volledig elektrische warmtepompen plus warmtenetten. Net-Zero stelt dat hybride ketels vanaf 2035 waterstof-ready zijn en dat lijkt ook de insteek van het NPE. De enorme groei van warmtenetten in het NPE bevreemdt mij wel. PBL liet zien dat de maatschappelijke kosten van nieuwe warmtesystemen veel hoger zijn dan van volledig elektrische en hybride warmtepompen. Sindsdien heeft Nederland biomassa afgewezen als CO2-vrije energiebron voor warmtenetten, waardoor de kosten ervan nog verder stijgen.

“Personenauto’s worden volledig elektrisch, terwijl het zware vrachtverkeer een combinatie van elektriciteit en waterstof laat zien”

Personenauto’s worden volledig elektrisch, terwijl het zware vrachtverkeer een combinatie van elektriciteit en waterstof laat zien. Scheepvaart gaat over op waterstof of daarvan afgeleide brandstoffen. Het NPE stelt dat de luchtvaart in 2050 CO2-vrije brandstof gebruikt. Net-Zero verwacht dan nog een grote rol voor kerosine, die door luchtvaartmaatschappijen moet worden gecompenseerd door negatieve CO2-emissies waaronder Direct Air Capture (DAC), CO2-verwijdering uit de lucht.

Net-Zero en NPE concluderen beide dat blauwe waterstof een essentiële rol moet gaan spelen, als we onze CO2-emissie snel willen reduceren. De groei van productie en transport van hernieuwbare elektriciteit verloopt namelijk te traag om de groeiende vraag naar CO2-vrije elektriciteit én groene waterstof beide te faciliteren. Ook import van groene waterstof biedt, hoewel essentieel, op korte termijn te weinig soelaas. Blauwe waterstof, uit aardgas met CCS is dan de overbrugging. De CO2-emissie is dan in elk geval goeddeels geëlimineerd. Net-Zero gaat ervan uit dat blauwe waterstof pas na 2050 volledig zal verdwijnen. Het NPE stelt dat dit al voor 2050 gebeurt. In beide rapporten verschaft waterstof de noodzakelijke stabiliteit en zekerheid aan het energiesysteem van de toekomst, ook in uitzonderlijke situaties zoals een zeer koude winter. Dat laat onverlet dat elektriciteit de belangrijkste energiedrager wordt.

“Vorige week meldden Alliander en Enexis dat netproblemen in de woonwijken hand over hand toenemen”

Net-Zero is voorzichtiger waar het de snelheid betreft waarmee de energietransitie zich kan ontwikkelen. Het NPE is optimistischer, maar nog concept. Mogelijk dat de vervolganalyses het beeld nog zullen bijkleuren. Vooralsnog is bij het NPE de kans groter dat de CO2-doelen in 2040 en 2050 niet zullen worden gehaald. Dat is een reëel risico, want hoewel de energietransitie feitelijk nog maar nauwelijks is begonnen, stapelen de problemen zich al op. Recent gaf TenneT aan dat er in Zeeland tenminste tot 2032 of 2036 structurele congestie zal zijn. Vorige week meldden Alliander en Enexis dat netproblemen in de woonwijken hand over hand toenemen. En laten we de maatschappelijke weerstand, inclusief veelvuldige gang naar de rechter, niet vergeten, waardoor al heel wat transitieprojecten fors werden vertraagd en zelfs geëlimineerd. Daar komt bij dat in het NPE relatief weinig ruimte is om snel tussentijds bij te kunnen sturen, mede ook gegeven de enorme looptijden van grote infrastructurele projecten in Nederland.

Dat brengt mij bij het laatste punt: de uitvoering. Terecht vraagt het NPE hier aandacht voor. Terecht merkt zij op dat meer sturing en ketenintegratie noodzakelijk en publiek-private samenwerkingsconstructies gewenst zijn. Tegelijkertijd ligt er een nieuwe energiewet die de fragmentatie van de energieketens eerder groter dan kleiner maakt. Die de markt bovenaan de beslispiramide zet. Die publieke netbedrijven vleuggellam maakt. En overheden pas een rol geeft als de markt heeft gefaald. Arme ACM waarvan enerzijds iedereen verwacht dat ze de grote maatschappelijke opgave ziet richting klimaatneutraliteit, maar anderzijds als primaire taak heeft de energiewet te handhaven. Arme rechterlijke markt, die voor hetzelfde dilemma komt te staan. Maar misschien ben ik te pessimistisch. De huidige versie van het NPE is nog concept en de nieuwe energiewet moet nog door het parlement. Komend half jaar volgt een nadere uitwerking, en gezien de verkiezingen en nieuwe kabinetsformatie is er vermoedelijk nog wel meer tijd voordat het definitieve NPE moet worden opgeleverd. Ondertussen ligt er een concept-NPE dat een prima uitgangspunt biedt om gericht te werken in de richting van een klimaatneutrale samenleving in 2050.

Martien Visser

Martien Visser is lector energietransitie & netintegratie, Hanzehogeschool Groningen en Manager Corporate Strategy bij Gasunie. Hij schrijft zijn column op persoonlijke titel. Zijn mening komt niet noodzakelijkerwijs overeen met die van de Hanzehogeschool of Gasunie. Martien is te volgen via Twitter op @BM_Visser