De Klimaattop in december 2023 - COP28 wordt gezien als het begin van het einde van het tijdperk van emissies van fossiele brandstoffen. Het akkoord roept op tot het stimuleren van klimaatactie vóór 2030 om de mondiale temperatuurgrens van 1,5°C binnen bereik te houden. Op COP30 in Brazilië in 2025 moeten partijen nationale plannen indienen die leidden tot net zero. Goed nieuws, meent Jos Cozijnsen, “want duurzame energie, afkoelen, CO2-verwijdering en de CO2-markt maken het klimaatdoel haalbaar.”
De Klimaattop omvatte toezeggingen om de capaciteit voor hernieuwbare energie te verdrievoudigen, een nieuwe Global Cooling Pledge, de oproep te investeren in koolstofverwijdering en de CO2-markt werd omarmd om het gat naar de 1,5 graden te helpen overbruggen.
Inmiddels blijken op die thema’s enorme stappen gezet te worden. Het Planbureau voor de Leefomgeving achtte voor de EU het CO2-doel van 90% in 2040 ten opzichte van 1990 haalbaar, alsook het klimaatneutraliteitsdoel in 2050. Ook daarin een grote rol voor energietransitie, negatieve emissie-technologie en gebruikmaken van de internationale CO2-markt.
1. Duurzame energie
Volgens het Internationaal Energie Agentschap (IEA) is mondiaal in 2023 een historische capaciteit voor duurzame energie van 510 GigaWatt (GW) toegevoegd, een stijging van 50%. In China zelf was ook groei met 50%. De CO2-emissies daalden o.a. daardoor in maart met 3% waardoor het in 2023 wellicht de piek in emissies heeft gehad. Dit is op koers om te stijgen naar mondiaal 7.300 GW in 2028, in de richting van de verdrievoudiging van de CoP28-doelen.
2. Afkoeling
Inmiddels hebben 65 landen de Global Cooling Pledge getekend. De vraag naar koeling stuwt de vraag naar energie over de hele wereld omhoog, tot 10% van mondiale emissies in 2050. De landen willen de emissies van koeling met 68% verminderen in 2050 ten opzichte van 2022, en tegelijkertijd de toegang tot koeltechnologie te vergroten. Met technische maatregelen kan 3,8 miljard ton CO2 vermeden worden, vooral in dichtbevolkte landen die zwaar getroffen zijn door extreme hitte, zoals India. Het ontwikkelen van technologieën die de miljarden mensen die het meeste risico lopen helpen en die de koude toeleveringsketens voor voedsel en medicijnen verbeteren, zullen meer investeringen en een grotere prioriteit van overheden vergen.
3. Koolstofverwijdering
De Klimaattop roept partijen op om bij te dragen aan ''het versnellen van emissievrije en emissiearme technologieën, inclusief verwijderingstechnologieën zoals het afvangen en gebruiken en opslaan van koolstof, in het bijzonder in sectoren met moeilijk te bestrijden emissies.'' En de Europese Commissie gaf in februari aan dat het carbon removals nodig zijn voor het 90% reductiedoel in 2040. Met CO2-opslag en carbon removal worden niet alleen de CO2-doelen haalbaarder, maar ook leidt het na 10 jaar, door de afname van de concentratie van emissies en de atmosfeer, daadwerkelijk tot directe afkoeling van de aarde (snelle reductie van methaan doet dat overigens ook).
Volgens carbon removal certificeerder Puro Earth zijn er momenteel 800 carbon removal projecten in 72 landen, merendeels in de VS. 93% betreft biochar (kolen na pyrolyse van biomassa). Voor biochar betaalden bedrijven zo’n 130 dollar per ton carbon removal.
4. CO2-markt
Na een jaar vol verhalen over schandalen en overkreditering, omdat onderzoeken de effectiviteit ervan in twijfel trokken, bevestigden bedrijven opnieuw dat de internationale vrijwillige koolstofmarkt doet wat hij moet doen: Financiering naar noodzakelijke projecten kanaliseren en de leemte opvullen naar vrijwillige netto-nul doelstellingen. In 2023 werd een record van 164 Mton carbon credits gebruikt, een stijging van 6% (studie BNEF). En het blijkt dat bedrijven die emissies compenseren ook hun eigen emissies terugdringen, door het inzicht dat het geeft.
Ondertussen pakte het aanscherpen van standaarden en controles op de vrijwillige CO2-markt flink door. Internationale organisaties, waarin de grootste carbon credit uitgevende partijen samenwerken met regeringen en NGOs, met name het Voluntary Carbon Markets Integrity Intiative (VCMI) namen de kritiek op sommige projecten en praktijken serieus. Ze gaan normen stellen voor compensaties van hoge kwaliteit en financiële instellingen zullen bedrijven verantwoordelijk houden voor slechte compensaties
Het internationale Science Based Initiative (SBTi), waarbij internationale corporaties vrijwillig klimaatdoelen afspreken overweegt een deel van de indirecte keten-emissies af te laten dekken met carbon credits. En in de EU regelt het Carbon Removal Certification Framework kwaliteitseisen voor carbon removal credits, opdat de EU de removals ook kan meetellen voor de klimaatdoelen. En de EU Green Claims Directive gaat regelen hoe bedrijven vervolgens naar consumenten moeten communiceren over de carbon footprint van producten en het gebruik van offsets.
Vrijwillige markt gaat steeds meer op in de verplichte CO2-markt
Let wel, het gaat om bedrijven die vrijwillig, naast hun eigen reducties, zonder dat verplicht te zijn, ergens anders in reducties (zonne-energie, afvalmethaan reductie, duurzame landbouw, cookstoves et cetera) investeren. Als het om een Nederlands bedrijf gaat, telt Nederland die extra reductie in het buitenland via compensatie NIET mee. Dus mocht achteraf in een project de reductie niet kloppen, heeft dat geen effect op de totale nationale emissies. Goede standaarden hebben overigens een strenge baseline en additionaliteitseisen en houden een extra buffer aan credits in, voor als een project tegenvalt (ziekte of brand in een bos.
En ook zal de vrijwillige CO2-markt steeds meer opgaan in de verplichte CO2-markt. Bedrijven zullen dan nog steeds een deel van hun moeilijk af te bouwen emissies kunnen compenseren met de CO2-markt maar dan met verplichte regels en toezicht. Als de carbon credit programma’s namelijk voldoen aan het regels van het Parijs Akkoord (zogenoemde Artikel 6) voldoen, mogen ze wél door landen gebruikt worden om de verplichte klimaatdoelen te halen. Het Planburo voor de Leefomgeving adviseert voor het 90% reductiedoel in 2040 al te investeren in de internationale CO2-markt. Daarmee bereikt men reducties voor 50% van de kosten. Ook de Adviesraad Internationale Vraagstukken riep daartoe op.
Bij de verplichte markt - EU ETS - gaat het om een vastgesteld, aflopend CO2-budget met goede monitoring en controle. Steeds meer zal de verplichte CO2-markt uitbreiden: Zie ook EU ETS-2 dat emissies van verbranding van fossiele brandstoffen in gebouwen en het verkeer omvat. Uit de ICAP-update bleek in 2023 18% van de mondiale broeikasgas-emissies al onder een verplicht ETS te vallen.
Jos Cozijnsen
Jos Cozijnsen is Carbon Specialist bij Anthesis. Op Twitter is hij actief onder @timbales
Op de hoogte blijven?
Abonneer u dan op de nieuwsbrief van Energiepodium.nl en mis niets!