In Nederland werden we verrast door netproblemen. De Vlaamse Energie Regulator (VREG) snapte dat wel. Zo schrijft de VREG als onderbouwing bij de nieuwe tarieven: “Op dit moment is er nog voldoende plaats op de distributienetten in Vlaanderen. Door de energietransitie zal dat veranderen.” Waarom beseften we dat in Nederland niet? Denk je dan. Evenzo schrijft de VREG: “Vertrouwd raken met het capaciteitstarief en ons gedrag aanpassen vraagt tijd. Denk maar aan uw huidige gewoonte om de wasmachine ’s avonds aan te zetten bij de overgang van dag- naar nachttarief. Daarom moeten we er nú aan beginnen.” Er zijn landen die de put pas dempen als … juist ja. Inderdaad: de tijd van Belgenmoppen is definitief voorbij.
“Netcapaciteit is duur, er is dus veel te besparen”
Natuurlijk waren er in België protesten tegen de aanpassing. Want als sommige gebruikers minder gaan betalen, moeten de anderen meer gaan betalen. Daarnaast is de uitrol van slimme meters in België minder ver dan in Nederland. De Vlaamse minister van Energie en Klimaat, Zuhal Demir (NV-A) toog zelfs naar de rechter om de VREG te dwingen het nieuwe tariefsysteem uit te stellen. De Belgische rechter gaf de regulator gelijk. Logisch, want door slim gebruik van het net zijn, in de woorden van de VREG, “er minder grote investeringen nodig en dat is in het voordeel van ons allemaal.” Daar is echter gedragsverandering voor nodig en daar kun je dus niet vroeg genoeg mee beginnen.
Door slimme netbenutting kan veel capaciteit worden vrijgespeeld. Talloze studies bevestigen dat. In Nederland staan inmiddels duizenden bedrijven in de rij. Hoeveel daarvan zouden direct geholpen kunnen worden als we iets slimmer zouden worden? Tarieven helpen daarbij. Want terwijl de gemiddelde Nederlandse EV-bezitter zijn elektrische bolide om 18 uur op vol vermogen aan de eigen laadpaal legt, zal onze zuiderbuur zijn EV op een bescheiden tempo ‘s nachts de benodigde kiloWatturen toedienen. Netcapaciteit is duur, er is dus veel te besparen. Het huidige Nederlandse nettarief voor kleinverbruikers bedraagt ruim 400 euro per jaar voor 4 kW, dus ruim 100 euro per kW per jaar. Dat tarief gaat komende jaren vermoedelijk nog flink stijgen.
“De uitdaging is de eenvoud te bewaren, terwijl het systeem toch veel eerlijker wordt en tevens gebruikers aanzet het net slimmer te benutten”
Voordeel van het huidige, uniforme nettarief in Nederland is de eenvoud. Nadeel is dat het niet aanspoort tot slim gebruik en bovendien dat het oneerlijk is. Er wordt in de media en politiek heel wat gediscussieerd over de (vermeende) oneerlijkheid van salderen, maar wat hier gebeurt is veel ernstiger. Een flatbewoner met warmtenet en pakweg 2 kW piekbenutting betaalt nu evenveel als de villabewoner verderop die ruim 10 kW netcapaciteit vraagt. De uitdaging is de eenvoud te bewaren, terwijl het systeem toch veel eerlijker wordt en tevens gebruikers aanzet het net slimmer te benutten. In die opzet zijn onze zuiderburen prima geslaagd.
Het Belgische systeem gaat uit van een standaard piekbenutting van 2,5 kW per huishouden; daarboven betaal je extra. Bij de vaststelling van de piekbenutting wordt uitgegaan van het verbruik per 15 minuten. Dus even koffie zetten, terwijl de wasmachine draait levert niet plots de hoofdprijs op. Op deze wijze wordt per maand de hoogste benutting per kwartier vastgesteld, met telkens een minimum van 2,5 kW. Het capaciteitstarief per jaar wordt vervolgens gebaseerd op het gemiddelde van de twaalf maandpieken. Op deze wijze wordt een incidentele ‘pechpiek’ gedempt. Belangrijk dat dit het verbruik betreft. De invoeding van stroom door zonnepanelen telt dus niet mee. Op die wijze wordt zon-op-dak bevorderd, want ook de Belgen willen liever geen zonneweides. En ach, zonnepanelen schakelen zichzelf vanzelf uit bij krapte op het net.
“Zuinig stroomverbruik wordt aldus in België ook via de nettarieven gestimuleerd”
In België betaalt men voor het elektriciteitsnet een tarief per kW en per kWh. De hoogte varieert enigszins per regio en bedraagt circa 40 euro per kW plus circa 5 eurocent per kWh. Zuinig stroomverbruik wordt aldus in België ook via de nettarieven gestimuleerd. De Belgische netkosten zijn lager dan in Nederland. Een gezin met 4 kW piekvraag en 3000 kWh stroomvraag betaalt in België per jaar circa 300euro aan netkosten en in Nederland ruim 400 euro. Dat komt voor ongeveer de helft omdat in België voor energie het lage BTW-tarief van 6% geldt, terwijl in Nederland 21% BTW aan de overheid moet worden afgedragen.
Een tarief op basis van piekbenutting vergt slimme meters. Voor de analoge meters geldt in België een tarief van circa 7 eurocent/kWh plus een vast bedrag van circa 100 euro per jaar. Belgische huishoudens met zonnepanelen en een analoge meter betalen bovendien een ‘prosumententarief’ van circa 40 euro per jaar per kW zonPV piekvermogen. Met een digitale meter vervalt die tariefcomponent. Huishoudens mogen hun analoge meters gratis laten omruilen, terwijl iedereen die nu nog zonnepanelen aanschaft, standaard een slimme meter krijgt. De ombouw van analoog naar slim vordert gestaag.
“Het Belgische tariefsysteem maakt ook warmtenetten aantrekkelijker, want aangeslotenen op warmtenetten hebben relatief weinig netcapaciteit nodig”
De introductie van het Belgische systeem in Nederland zal ook Nederlandse gebruikers slimmer maken. Zo zouden EV-rijders met een eigen laadpaal wel gek zijn direct bij thuiskomst om 18 uur op vol vermogen met laden te beginnen, wat nu de gewoonte is. Het Belgische tariefsysteem maakt ook warmtenetten aantrekkelijker, want aangeslotenen op warmtenetten hebben relatief weinig netcapaciteit nodig. Bovendien wordt het gebruik van elektrische bijzetkacheltjes op piekmomenten ontmoedigd. Door salderen en de hoge gasbelasting is elektrische bijverwarming in Nederland super aantrekkelijk. Generiek leidt slimmer gebruik tot lagere netwerkinvesteringen, wat de transitie minder duur maakt en schaarse netwerkcapaciteit vrijspeelt voor derden. En laten we tot slot niet vergeten dat het Belgische tariefsysteem tot een eerlijker verdeling van de netkosten over de Nederlandse huishoudens leidt. Dus waar wachten we nog op?